Ongerichte tederheid

De mevrouw heet Grietje en ze dementeert. Als ik ’s morgens vroeg haar kamer binnenwandel is ze nog wakker, want ze lijkt zelden te slapen. Misschien is de toestand waarin ze verkeert er een tussen droom en realiteit, tussen slapen en waken. Ze strekt haar armen naar me uit, maar eerst leg ik handdoeken en washanden klaar. Ik moet immers een beetje opschieten; ze is een van de zeven cliënten die ik ondersteun bij het opstaan. Ik kniel bij haar neer om de katheterzak, die met een slangetje bevestigd is aan haar blaas, te vervangen. ‘Wat is dat?’ vraagt ze, en ze begint te plukken aan het slangetje. ‘Zal ik het eruit trekken? Of knip je het voor me af?’ Dat doe ik natuurlijk niet, dus leg ik – zoals iedere ochtend – uit dat haar plas via het slangetje in een zak wordt opgevangen.

Even kijkt ze gefascineerd naar de gele vloeistof in de zak. Dan steekt ze haar hand uit om me zacht over m’n wang te aaien. Dat doet ze voortdurend. Loop ik even weg of zit ze overdag een poosje alleen, dan voelt ze zich gedesoriënteerd en begint ze te kermen. ‘Help!’ ‘Kom nou bij me!’ ‘Waar ben je nou?’ Ze roept dat in het wilde weg, niet gericht tot een specifieke persoon. Evenzo zijn haar liefkozende gebaren niet speciaal tot mij gericht, maar komen ze voort uit haar innige drang zich geborgen te voelen bij een ander. Ieder ander is daartoe geschikt: een kennis, een familielid of een willekeurig personeelslid van het revalidatiecentrum.

Ik houd van deze vrouw met haar droevige, ongerichte tederheid. Ze is een lief, bangig wezen, een beetje als een pasgeboren kind. Dat hoor je eigenlijk niet in de steek te laten. Dat wil in warme armen gedragen worden. Want de wereld is zo’n gekke plek. Zo verlaten. Zo koud.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s